Log inRegister
An error has occurred:

Click anywhere to continue...
Part:
Chapter:
Download hier de bijlagen:

3. Datering

In de 5e tot de 9e eeuw beheersten "het debat en conflict tussen de heidense cultuur en de christelijke geest [...] de vroegchristelijke literatuur en ook de middeleeuwse literatuur was ervan vervuld [...]. Ofschoon de kwestie in beginsel al in de vijfde eeuw was opgelost, bleef de tegenstelling tot in de veertiende eeuw bestaan: beide zijden telden fanatieke aanhangers. De ene groep verbood het gebruik, ja zelfs het lezen van de schrijvers uit de oudheid, de andere putte op grote schaal, min of meer op onschuldige wijze, uit hun geschriften (Le Goff 1984, p. 145). "De zoölogie van de middeleeuwen stamde uit de Physiologus, een Alexandrijns geschrift uit de tweede eeuw dat - tekenend voor de situatie - in de vijfde eeuw in het Latijn vertaald werd. In dit werk verwerd de wetenschap tot het aaneenrijgen van dichterlijke fabels en moralistische lessen. De dieren werden symbolen" (Le Goff 1984, p. 148).


Dierenverhalen in hun algemeenheid zijn dus al zeer oud. Verhalen waarin dieren optreden die tot onze middeleeuwse Reynaertverhalen geëvolueerd zijn, bestaan aanmerkelijk minder lang29. Over de datering en plaats van ontstaan van de ons bekende Reynaertverhalen tot en met de Middelnederlandse en de verschillende overgeleverde handschriften en handschriftfragmenten die de tekst bevatten, bestaan behoorlijk wat meningsverschillen, al kan daar voor elk verhaal en handschrift wel een soort grootste gemene deler uit gedestilleerd worden:

- de Latijnse Ysengrimus zou dan omstreeks 1150 geschreven kunnen zijn30;

- de eveneens Latijnse Reinardus is volgens Grimm (1834) tussen 1148 en 1160 geschreven31;

- de Middelhoogduitse Reinhart wordt gedateerd in de 12e eeuw32;

- de Oudfranse Roman de Renart zou omstreeks 1180 ontstaan zijn33;

- de Middelnederlandse Van den vos Reynaerde zou omstreeks 1250 ontstaan zijn34;

- de Latijnse Reynardus Vulpes zou omstreeks 1275 ontstaan zijn35;

- de Middelnederlandse Reynaerts historie zou omstreeks 1375 ontstaan zijn36;

- hs. A zou rond 1400 geschreven zijn in Oostvlaams dialect37;

- hs. B zou rond 1470 geschreven zijn in de omgeving van Utrecht, door Claes van Aken, blijkens B7794-780538;

- hs. C is geschreven in 1477, blijkens C7793-7794, waarschijnlijk in Holland39;

- hs. D zou geschreven zijn rond 1490 te Antwerpen40;

- hs. E zou geschreven zijn rond 1275 in Oostbrabants/Limburgs dialect41;

- hs. F zou geschreven zijn rond 1375, waarschijnlijk te Utrecht42;

- hs. G zou rond 1275 geschreven zijn in Gelders/Kleefs dialect43;

- hs. H zou geschreven zijn rond 1415 in Brabants dialect44.


Vorig hoofdstuk: WaarderingVolgend hoofdstuk: Enige kanttekeningen