Log inRegister
An error has occurred:

Click anywhere to continue...
Part:
Chapter:
Download hier de bijlagen:

DEEL V: OVERIGE MOTIEVEN

V.1. De logica van hs. B

Ten aanzien van de handschriften die ten grondslag liggen aan Karel ende Elegast merkt Duinhoven (1982) op: "Afgezien van enkele in het oog springende onregelmatigheden zijn de meeste symptomen van tekstverandering niet op het eerste gezicht te onderkennen. Ze komen pas aan het licht bij een zorgvuldige bestudering van de tekst. Tekstreconstructie is daarom onlosmakelijk verbonden met tekstinterpretatie. Niet alleen afzonderlijke passages moeten zorgvuldig worden geanalyseerd, ook de interpretatie van de tekst als geheel levert aanwijzingen op ten aanzien van ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. Ogenschijnlijk onberispelijke passages moeten soms worden gewantrouwd op grond van hun samenhang met tekstgedeelten die wel onmiskenbaar veranderd zijn. Het zijn vaak zeer diverse gegevens, ontleend aan ver uiteenliggende plaatsen, die wijzigingen doen vermoeden en reconstructie mogelijk maken. Oppervlakkige corrupties, die zich verraden door formele, grammaticale of inhoudelijke onregelmatigheden of duidelijk herkenbare correctiepatronen, kunnen veelal worden hersteld op grond van naar omvang en diepgang beperkte interpretatie. Om door te dringen tot de oudere fasen van de tekstgeschiedenis moet de onderste steen worden bovengehaald. Met alle middelen waarover de filoloog beschikt, moet de zin en betekenis worden achterhaald van de tekst in zijn geheel en van alle details" (Duinhoven 1982, p. 34-35)424. "Wanneer de herstelde oudere lezing tegenspraken in de tekst uit de weg ruimt, en een verklaring vormt voor inhoudelijke eigenaardigheden, heeft de reconstructie de grootst mogelijke overtuigingskracht" (Duinhoven 1975, p. 462)425.

   Er zijn al een heleboel argumenten aangevoerd (en er zullen er ook nog een heleboel aangevoerd worden), waarom de stelling houdbaar lijkt, dat van de Reynaerthandschriften B de meest authentieke versie zou bevatten. Ook de logica van de tekst blijkt zo'n argument te zijn. We zetten alle elementen dienaangaande op een rijtje426.

 

Vorig hoofdstuk: IV Het spel met de aanspreekvormenVolgend hoofdstuk: V Logische elementen van B versus A en F