Log inRegister
An error has occurred:

Click anywhere to continue...
Part:
Chapter:
Download hier de bijlagen:

5. Hypothese

Het lijkt alleszins houdbaar Van den vos Reynaerde te zien als een omwerking van het eerste deel van Reynaerts historie (en niet andersom). In verschillende publicaties is reeds gewezen op het onbevredigende einde van hss. A en F. (Muller 1934b, p. 157, komt naar aanleiding van het slot van hs. F tot de gissing, "dat R.I B aanvankelijk (evenals A) niet voltooid is geworden"). Willems 1836, p. XXXIV, bijvoorbeeld: "De overgang tot de gebeurtenissen van het tweede boek schijnt reeds met Vs 3395 voorbereid, door het optreden van eene nieuwe personnagie, met name Firapeel, de luipaard, die den koning tot het besluit brengt om eene vergoeding aen Isengrim en Bruin toe te staan, en om vervolgens Reinaert te gaan opzoeken en vangen [...]. Een plan, hetwelk maer eerst in het tweede boek, Vs 3750, zijn beslag krijgt, en dus in het eerste de geschiedenis onvoleindigd liet." Van den vos Reynaerde sloot volgens Willems dus oorspronkelijk met Vs 3394 (in Hellinga's nummering: A3390). In het Comburgse handschrift (hs. A), volgens de uitgave van Groeter, p. 375, schijnt - nog steeds Willems 1836 citerend - Vs 3395 te beginnen met een grote versierde letter, "toonende dat eene nieuwe afdeeling, en geenszins een 'blooten paragraf' begint79. [...] Trekt men dit alles te samen, dan valt nog daerbij in het oog, dat de afschrijver van het codex Comburgensis den ouderen text van Reinaert kopyeerde, schoon hij zich voorgesteld had ook het vervolg van Willem te leveren. Waerom hij bij Vs 3474 is blijven staen, kan ik niet doorgronden", aldus Willems 1836, p. XXXIV - XXXV.


Vorig hoofdstuk: AuthenticiteitVolgend hoofdstuk: Motievenonderzoek